Medio augustus: het inwinteren begint
Medio augustus begint de periode van inwinteren weer. Echter zorg na het afnemen van de zomeroogst altijd voor voldoende reserves in de broedkamer, anders liggen ze voor het inwinteren al dood op de bodem. Door slecht weer en de drachtloze periode eind juli is er niets te halen terwijl het broednest wel voor voer vraagt. Ook tijdens de varroabestrijding kun je gerust voeren. Hoe je dit kan doen, lees je in dit blogbericht uit de digitale imkerkalender (zie de blogcategorie “de online imkerpraktijk”).
Drie methoden van inwinteren
In deze video zie je drie verschillende manieren om volken in te winteren. Onder inwinteren verstaan we het bijvoeren van volken om de honingvoorraden op te krikken tot de noodzakelijke reserves om de winter door te komen. Het winterseizoen duurt tot medio maart. Vanaf dat moment komt er meestal weer voldoende vers voedsel binnen van de wilgendracht.
Noodzakelijke hoeveelheid?
Een volk in één broedkamer (spaarkast) heeft 14 kilo wintervoer nodig en in een Dadantkast is dat ongeveer 18 tot 20 kilo. Die 18 kilo komt weer overeen met de hoeveelheid reserves voor een tweebaks spaarkastvolk. Van tweebaks is sprake wanneer het volk echt twee bakken bezet. Is de onderste bak nagenoeg leeg, dan beschouwen we zo’n volk als een éénbaksvolk. Bij een goed bezette 6-ramer kun je ongeveer 8 kilo wintervoer kwijt, hou deze zesramers en eventueel miniplussen na de winter extra in de gaten en voer in maart bij met suikerdeeg. Dat is vaak nodig.
Het schouwen van de volken
Winter uitsluitend sterke volken (medio augustus > 8 ramen simplex bezet) in, dat voorkomt veel wintersterfte. Zwakke en middelmatige volken kun je beter voor het inwinteren samenvoegen, zodat je uitsluitend sterke volken overhoudt. Uiteraard zijn goed bezette reservevolken in 6-ramers ook de moeite waard om in te winteren. Het samenvoegen van volken kan ook nog gerust in september, oktober en november.
Medio augustus schouwen we de volken en stellen we vast hoeveel verzegelde honing er aanwezig is. Iedere vierkante decimeter aan twee kanten verzegelde honing weegt 370 gram. Een compleet verzegeld simplex broedkamerraam weegt 2,1 kilo. De aanwezige hoeveelheid honing hoef je dus niet meer bij te voeren. Het bijvoeren betreft het deel dat nog ontbreekt ten opzichte van de gewenste 14 of 18 kilo.
Iedere kilo droge kristalsuiker opgelost in water wordt door de bijen opgenomen en ingedampt totdat de suikerwateroplossing nog maar 20% water bevat. Die ene kilo droge suiker wordt derhalve als vloeibaar ingedikt wintervoer ongeveer 1,2 kilo vanwege het aanwezige water in het voer. Met 10 kilo droge suiker maken de bijen dus 12 kilo wintervoer. Ditzelfde geldt voor cans invertsuiker. Ondanks het brutogewicht van 14 kg is het droge gewicht ongeveer 10 kg suiker. Deze 14 liter invertsuiker wordt weer door de bijen ingedampt tot 12 kilo wintervoer.
Indien een groot volk (tweebaks spaarkast of 10-raams Dadant) medio augustus niet meer over enige reserve beschikt, moet je dus 1,5 can invertsuiker voeren om aan de gewenste 18 kilo wintervoer te komen.
Het maken van de suikerwateroplossing
Bij het oplossen van kristalsuiker kun je het makkelijkste 3 kilo suiker oplossen in 2 liter handwarm water. Gebruik van warm of heet water leidt niet tot de vorming van HMF.
Voerhulpmiddelen
Eigenlijk kun je de hulpmiddelen om het vloeibare voer aan te bieden verdelen in drie opties:
- in voerbakken, die je op het voergat van de dekplank plaatst of die de hele broedkamer afdekken als vervanging van de dekplank
- in interne voerbakken (plastic of hout) die je op de plaats hangt van 1 of 2 BK-ramen.
- door rechtstandige plaatsing van schoongespoelde lege openstaande melkpakken of frisdrankflessen met afgesneden hals op de bodem van een Topkast, Dadantkast of TBH plaatst. Steek wat takjes of wat stro in de melkpakken of petflessen, zodat de bijen niet kunnen verdrinken.
Al deze hulpmiddelen werken goed. Houd de varroabestrijdingsmiddelen ver verwijderd van de voeropeningen. Anders zullen de bijen geen suikerwater opnemen. Je kunt dus wel voeren en bestrijden tegelijkertijd.
Periode van inwinteren
Voer het streefgewicht in de periode van half augustus tot half september met een mogelijke uitloop tot 1 oktober. Voer in het begin kleinere hoeveelheden van 1,5 kg per keer/per week en voer het gewicht op in de richting van de laatste 2 weken voor 15 september. Controleer vooral eind september of de kasten fors zwaarder geworden zijn. Sommige volken zetten de verstrekte energie om in een vergroting van het broednest. Dit is niet de bedoeling, het broednest moet juist langzaam krimpen ten gunste van het ontstaan van langlevende winterbijen. Dit worden dus met name de jonge bijen die niet meer als voedsterbij gediend hebben. Mocht het gewicht van de kast te licht zijn, voer ze dan gerust nog 5 tot 10 kg bij. Controleer bij twijfel zo nodig de voervoorraad.
Met suikerdeegblokken extra vroeg beginnen
Mocht je zoals in de video te zien is, willen voeren met grote 15 kg suikerdeeg blokken, begin dan zeker half juli al direct met het plaatsen van de doos suikerdeeg, want ze hebben hier twee maanden voor nodig. Na afloop weer controleren.
Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent bijenteelt