De nazomercheck en de zomeroogst van een eenbaksspaarkast
In juli, augustus en september wordt de basis gelegd voor het volgende voorjaar. De bijen dienen na de zomerdracht optimaal verzorgd te worden zodat het broednest goed onderhouden wordt door de voedsterbijen. Het mag de bijen dus aan niets ontbreken. Zorg voor het afnemen van de honingkamers voor een ruime aanvulling van de voervoorraad in de broedkamer. Om die reden haal ik de honing er pas eind juli en begin augustus af. Het kost wel wat zomerhoning – deze zomer zelfs veel honing – maar het is het beste voer voor de bijen. Honing bevat mineralen, pollen en vitamines.
Neem dus nooit honing weg uit de broedkamers en voer ze direct in ruime mate bij voor het afnemen van de honing. In de eerste helft van augustus doe ik een soort APK-check op de volken. De drie belangrijkste aspecten zijn:
- De bijengezondheid: er mogen geen DWV-bijen in het volk zitten of verlamde bijen voor de kast in het gras lopen;
- De varroadruk: de mijtenpopulatie moet nu al gedecimeerd zijn door de afronding van de eerste mijtenbehandeling. De mijtendruk in mijn volken wordt niet zo hoog vanwege het gebruik van kleine cellen en het feit dat de aanwezige mijten, die zich toch reproduceren, deels worden verwijderd door de VSH-bijen; wil je hier meer over lezen, google dan eens op Arista Bee Research. Met een donatie kun je deze stichting ondersteunen. De NBV is ook sponsor van ABR.
- De sterkte van het volk en de vitaliteit van de koningin. De sterkte is afhankelijk van de eigenschappen van de moer, de bijengezondheid, een lage mijtendruk en de vakbekwaamheid van de imker. Eén belangrijk aspect speelt een bijzonder grote rol en dat is de omgeving van de bijenstand. Misschien is deze minstens net zo belangrijk of belangrijker dan de andere factoren. Zonder regelmatige aanvoer van vers stuifmeel ontstaan er geen vitale bijen, de gevolgen hiervan hebben we gezien in de wintersterfte van de afgelopen winter.
Wanneer de sterkte onvoldoende is of de moer geen florisant broednest meer heeft, wordt het volk verenigd met een tweerands MiniPlus met een jonge leggende F1-moer. De oude moer wordt er eerst uitgehaald. Dit geldt ook wanneer er DWV-bijtjes of verlamde bijen aangetroffen worden. De moer wordt vervangen door een betere F1-moer van dit jaar met betere eigenschappen dan de oude moer.
Oudere moeren lijken ook de prestaties van het bijenvolk negatief te beinvloeden, dus niet alleen minder sterke volken, maar ook de gedragseigenschappen van het volk lijken onder de leeftijd van de moer te lijden.
In de volgende blogs meer over het verenigen en het vervangen van de oude moeren.
Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent bijenteelt